De Arbo en het kantoor klimaat

Er bestaan Arbo-richtlijnen voor het kantoor klimaat. Met het doel om ziekten en ongevallen vanwege het werk te voorkomen, zijn er regels voor zowel werkgevers als -nemers om de gezondheid, het welzijn en de veiligheid van niet alleen werknemers, maar ook zzp’ers te bevorderen. De werkgever is de eindverantwoordelijke, maar is verplicht om met de werknemers te overleggen. Welzijn en arbeidsprestatie gaan heel goed hand in hand.

Kantoor klimaat

Met het kantoor klimaat bedoelen we het geheel van temperatuur, licht, geluid, zicht naar buiten, luchtventilatie, -kwaliteit en -vochtigheid. Een ventilatiesysteem zou minimaal 35 m3 verse buitenlucht dienen aan te voeren per persoon per uur. Temperatuurinstelling per ruimte is een plus. Dan kan die worden aangepast aan de functie van de ruimte. Een kantoor is natuurlijk niet hetzelfde als bijvoorbeeld een laboratorium. Dat het energieverbruik door klimaatregelen omhoog kan gaan, is geen argument. Omdat niet alle gebouwen hetzelfde zijn, kan het soms wat moeilijk zijn om bepaalde streefniveaus te bereiken. Van nieuwere gebouwen wordt in dat opzicht meer verwacht dan van oudere. Een verbouwing/renovatie moet dan wel leiden tot een verbetering van het kantoorklimaat. In het Praktijkboek Gezonde Gebouwen worden drie categorieën genoemd: A (zeer goed), B (goed) en C (acceptabel). Voor de diverse aspecten staan percentages vermeld, die aangeven hoeveel werknemers maximaal ontevreden zouden mogen zijn.

Gevolgen

Als het kantoorklimaat niet optimaal is, worden de volgende klachten het meest frequent gehoord:

  • temperatuur te laag,
  • temperatuur te hoog,
  • geen frisse lucht,
  • tocht en droge ogen,
  • droge keel,
  • huidproblemen,
  • hoofdpijn,
  • geluidsoverlast,
  • sufheid.

Andere tekenen als gevolg van het binnenklimaat kunnen zijn:

  • veel verkoudheden,
  • veel transpiratie,
  • frequenter en/of langer koffiedrinken,
  • onnodig vaak socialiseren,
  • laat op het werk komen en/of vroeg verlaten.